zaterdag 8 augustus 2015

Het is tijd voor Nederland om zich te verontschuldigen t.o.v. het Joodse volk



In een artikel in The Wall Street Journal van 29 juli 2015 eisen rabbijn Abraham Cooper en Dr. Manfred Gerstenfeld dat Nederland zich zou verontschuldigen bij het Joodse volk voor het plegen van oorlogsmisdaden en het leveren van hand- en spandiensten aan de Duitse bezetter in de vervolging en deportatie van de Nederlandse Joden tijdens WOII.

Maakt een verontschuldiging, zeven decennia later, nog een verschil? Jazeker, en wel in de eerste plaats voor de slachtoffers zelf. Het betekent dat de opvolgers van de vervolgers instemmen met de vervolgden omtrent de historische interpretatie van deze onrechtvaardigheid. Het is een les die in het Europa van vandaag noopt tot enige reflectie. Want als er één land – méér dan alle andere – om de waarde van een verontschuldiging te leren kennen, dan is dat Nederland wel.

Tot op heden hebben bijna alle Europese landen die werden bezet door de Duitsers tijdens de Tweede Wereldoorlog hun samenwerking met het nazi-regime toegegeven. De meeste hebben zich verontschuldigd met inbegrip van, meest recent, het Groot-Hertogdom Luxemburg. De enige grote uitzondering is Nederland, dat consequent geweigerd heeft het falen te erkennen van haar regering in oorlogstijd, die tijdens de oorlog werd verbannen naar Londen, om ook maar de minste belangstelling te tonen voor wat er met Joodse burgers van Nederland onder de Duitse bezetting gebeurde.

Nederland was in West-Europa, het land met het hoogste percentage van Joodse burgers die vermoord werden tijdens de Holocaust. Toen de Duitsers Nederland in 1940 veroverden, woonden er in het land ca. 140.000 Joden; 102.000 van hen zou vermoord worden tijdens de oorlog. Degenen die werden gedeporteerd naar de uitroeiingskampen in Polen werden gearresteerd door Nederlandse politieagenten, vervoerd door de Nederlandse spoorwegen en bewaakt door de Nederlandse militaire politie. Het grootste deel van deze Joodse gedeporteerden kwamen uit gezinnen die eeuwenlang in Nederland hadden gewoond.

De Nederlandse regering informeerde enkel naar het lot van deze Joden anderhalf jaar nadat de deportaties naar de vernietigingskampen in Polen reeds was begonnen. Dit ondanks het feit dat de Nederlandse en de Poolse regering in ballingschap zich in het zelfde gebouw in Londen bevonden. In 1943, werd Henri Dentz, een Nederlandse werknemer van de Nederlandse regering, belast om een rapport te schrijven over de deportaties. Hij schatte dat 90% van diegenen die waren gedeporteerd reeds vermoord waren. Maar, zoals hij later voor een naoorlogse Nederlandse parlementaire Commissie zou verklaren, was niemand in de regering zelfs maar bereid om het verslag te lezen.

vertaling en samenvatting door Brabosh.com

It’s Time for the Netherlands to Apologize