maandag 20 juli 2009

Resolutie 242 & 'Internationaal Recht' ?














Dat het Nederlands Regeringsstandpunt – dat Jeruzalem als ‘bezet’ gebied beschouwd wordt – gebaseerd is op het zgn. internationaal recht is op zich triest te noemen. Dat komt omdat in dit ‘volkenrecht’ in de meeste gevallen een orgaan ontbreekt dat de regels kan handhaven, en dus is er geen bevoegdheid om op te treden of Israël als bezetter aan te wijzen. Het is bekend dat de linkse oppositie-partijen (incl. regeringspartij PvdA) graag schermen met de term “internationaal recht”, maar dat is in het geval van Israël’s zaak in de meeste gevallen onterecht.


Volgens internationale regels hield Egypte de Gazastrook illegaal bezet. Ook de bezetting van Judea en Samaria door Jordanië was illegaal en dus ook Jeruzalem. Omdat deze Arabische landen geen legale aanspraak op deze gebieden konden doen gelden, kan Israël niet van bezetting worden beschuldigd. Gedurende de negentien jaar dat Egypte en Jordanië de Gazastrook en de ‘Westelijke Jordaanoever’ bezet hielden, heeft de Verenigde Naties nooit geprotesteerd tegen deze illegale bezetting.De VN heeft nooit in resolutie 242 in 1967 en 338 in 1973, besloten dat Israël zich uit Judea en Samaria en de Gazastrook zou moeten terugtrekken.

Volgens de aangehaalde resolutie 242 is onvoorwaardelijke terugtrekking naar de grenzen van voor 4 juni 1967, pas van toepassing zodra er sprake is van “veilige grenzen” voor Israël, maar die heeft de Joodse Staat tot op de dag van vandaag, nog nooit gekregen. Het gaat in deze resolutie om een rechtvaardige en duurzame vrede. Om stopzetting van alle oorlogsbetuigingen of oorlogstoestanden, alsmede respect voor en erkenning van de soevereiniteit, territoriale integriteit en politieke onafhankelijkheid van iedere Staat in het gebied, en hun recht op leven in vrede binnen veilige en erkende grenzen, gevrijwaard van dreigementen of gewelddadigheden. Dat is niet wat Israël heeft gekregen. Haar eigen doelstelling –de ontwikkeling van vriendschappelijke relaties tussen naties- bijvoorbeeld tussen Israël en de Arabische landen, is door de VN op geen enkele wijze nagekomen.

Zolang deze punten niet zijn gerealiseerd, is resolutie 242 niet anders dan een stuk papier zonder enige waarde. De terreur van Arabische kant is onverminderd doorgegaan. Tijdens Yom Kippoer 1973 ondernamen een combinatie van Arabische landen nog een poging om Israël van de kaart te vegen. De Arabische landen en de Palestijnse Autoriteit houden zich niet aan de resolutie. Jeruzalem wordt in 242 niet genoemd en van een aparte Palestijnse nationale groep is evenmin sprake. In juridisch opzicht is resolutie 242 in de onderhandelingen tussen Israël en de ‘Palestijnen’ niet van toepassing, terwijl alle betrokken partijen roepen dat dit wel zo is. Men neemt geen enkele moeite de echte feiten te onderzoeken. In praktisch alle officiële documenten die in het conflict tussen Israël en de Palestijnen circuleren wordt resolutie 242 genoemd en op basis daarvan eisen de Palestijnen de volledige ontruiming van wat zij ‘Palestina’ noemen, inclusief Jeruzalem. Er bestaat geen internationaal geaccepteerde grens. Dat is één van de vele fabels die de ronde doen. Resolutie 242 stelt heel nadrukkelijk dat Israël recht heeft op erkende en veilige grenzen. Het conflict zou aan de onderhandelingstafel opgelost moeten worden.

(Met dank aan Franklin Ter Horst voor info & hoofdtekst na aanvraag)

Lees ook: Israel en het internationale recht (1)

En: Israel en het internationale recht (2)