Opgedreven Joden op het Jonas Daniel Meijerplein in Amsterdam, na een razzia in de jodenbuurt op 22 februari 1941 en het plein heden.
Joden die na de Tweede Wereldoorlog terugkeerden naar Amsterdam en daar ten onrechte werden beboet voor het niet betalen van erfpacht, krijgen dat geld terug. Daarvoor trekt de gemeente 870.000 euro uit. Dat schrijft burgemeester Eberhard van der Laan donderdag namens het college aan de gemeenteraad.
Tijdens de digitalisering van dossiers uit het gemeentearchief bleek in 2011 dat Joodse oorlogsslachtoffers bij terugkomst in Amsterdam alsnog werden aangeslagen en beboet voor het niet betalen van erfpacht tijdens de oorlogsjaren. Het ging om Joden die uit hun huis waren verdreven, moesten onderduiken of naar een concentratiekamp waren afgevoerd.
Ook geld dat omgekomen Joodse Amsterdammers op rekeningen van de gemeente hadden staan, wordt uitgekeerd. Het gaat waarschijnlijk om zo'n 51.000 euro van bijna 900 rekeningen. Rechthebbenden en nazaten kunnen een claim indienen bij een binnenkort op te richten stichting. Mocht er geld overblijven, dan komt dat ten goede aan Joodse maatschappelijke doelen.
Het Instituut voor Oorlog-, Holocaust- en Genocidestudies NIOD deed uitgebreid onderzoek naar de erfpachtkwestie en oordeelde dat de gemeente Amsterdam de juridische mogelijkheid had de boetes kwijt te schelden, zoals ook in andere gemeentes gebeurde. Het college van burgemeester en wethouders laat nader onderzoek doen naar de vraag of het ook de geïnde erfpacht zelf moet terugbetalen. Ook de manier waarop Amsterdam na de oorlog omging met andere heffingen, zoals straatgeld en rioolrecht, wordt nader onder de loep genomen.
Bron: jodendom-online
Lees ook: Amsterdam gaat boetes erfpacht aan joodse nabestaanden terugbetalen