woensdag 29 mei 2013
Nederland maakt anti-Israëlische draai
door Joshua Livestro
Minister van Buitenlandse Zaken Timmermans is klein van stuk maar groot van daden. Hij wil, zo meldde het Duitse opinieblad Cicero vorige maand, „het Nederlands buitenlands beleid opnieuw vormgeven”. Een soort Mozesfiguur dus die ons nieuwe wetten gaat geven, maar dan voor internationale zaken. De eerste contouren van dat nieuwe buitenlands beleid worden inmiddels zichtbaar. Alles wordt anders, om te beginnen in onze benadering van Israël.
Deze omslag wordt bevestigd in een ogenschijnlijk kleine maatregel. Als het aan Timmermans ligt, wordt het vanaf nu namelijk verplicht de afkomst te vermelden van producten uit de Joodse nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever. Het nieuws werd met gejuich begroet door de anti-Israëllobby. De bedoeling van het verplicht vermelden van de afkomst van producten is namelijk om consumentenboycots te organiseren tegen producten uit ‘foute’ gebieden. Waarbij zij uiteraard zelf uitmaken wat goed en fout is.
Nu is het een feit dat de nederzettingen wezenlijk omstreden zijn. Ze zijn na de Zesdaagse Oorlog in 1967 door de Israëlische regering bewust opgericht om strategisch belangrijk gebied buiten de oorspronkelijke grenzen aan de Joodse staat toe te voegen. Niet alleen op de Westelijke Jordaanoever overigens, ook in Gaza en in de gebieden veroverd op Egypte en Syrië. In alle vredesbesprekingen sinds de ondertekening van het Akkoord van Oslo heeft de Israëlische regering altijd erkend dat bij een uiteindelijke vredesregeling voor de Westelijke Jordaanoever de overgrote meerderheid van de nederzettingen zullen moeten worden ontmanteld. Let wel: de overgrote meerderheid, niet allemaal. Zelfs de Palestijnen accepteren dat een uiteindelijk vredesverdrag gebaseerd zal moeten zijn op een landruil rondom de grenzen zoals die per VN-resolutie in 1967 zijn bepaald. Sommige nederzettingen zullen blijven bestaan. Welke dat zijn, moet via onderhandelingen worden vastgesteld.
De verstandige koers voor ons land zou zijn deze besprekingen over te laten aan de betrokken partijen. Onze historisch goede banden met Israël zouden daarbij wellicht gebruikt kunnen worden om in dat onderhandelingsproces een bemiddelende rol te spelen. In plaats daarvan kiest Timmermans door in één keer alle nederzettingen de facto illegaal te verklaren overduidelijk partij voor de Palestijnen. Die zullen zich nu gesterkt voelen om, zoals Arafat in 2000 al eens deed, de ondertekening van een definitief vredesverdrag eindeloos uit te stellen. Waarom immers tekenen als de internationale gemeenschap hun sympathisanten een middel geeft om Israël via een boycot de duimschroeven aan te draaien?
Het plan van Timmermans lijkt de zegen te hebben van de Nederlandse diplomatieke elite. De Adviesraad Internationale Vraagstukken, die de Nederlandse regering adviseert over buitenlands beleid, kwam eerder dit jaar al met een vergelijkbaar voorstel. Het vormde onderdeel van een rapport dat door zijn extreem kritische taalgebruik en confronterende voorstellen gerust als een omslagpunt in het Nederlandse Israël-beleid mag worden gezien. VVD-Kamerlid Han ten Broeke sprak na het verschijnen van het rapport nog de hoop uit dat het in de studeerkamer zou verdwijnen. Dat blijkt nu te optimistisch. Pro-Israël zijn we allang niet meer, maar zelfs de neutraliteit wordt nog uitsluitend met de mond beleden. Zo dobbert Nederland dus gemakzuchtig mee op de golven van anti-Israelisch ressentiment.
Bron: dagelijksestandaard