maandag 22 april 2013

Jodendom en land niet los verkrijgbaar



De identiteit van het Jodendom is onlosmakelijk verbonden met het land Israël, legde drs. Kees de Vreugd zaterdagmorgen uit op een studiedag van de George Whitefield Stichting (GWS).

De theoloog van Christenen voor Israël was een van de sprekers op een themadag over “Beloofd is beloofd. De blijvende geldigheid van de landbelofte voor het Joodse volk”. Hij ging in op de vraag hoe er in het jodendom gedacht wordt over de landbelofte. „Luisteren naar de Joodse stem is een eerste vereiste voor christenen die iets van de landbelofte willen verstaan”, zo stelde hij.

Binnen het Jodendom leeft nu breed de overtuiging dat terugkeer naar het land en een eigen bestaan als volk noodzakelijk zijn voor het Joodse volk om te overleven.

De Vreugd verwees naar de uitleg van Genesis 1:1 van de beroemde middeleeuwse Joodse Schriftuitlegger Rashi. Deze wijst op de dubbelzinnige betekenis van het woord ”aarde” in de eerste zin van de Bijbel, “In den beginne schiep God de hemel en de aarde”. Het Hebreeuwse woord voor “aarde” kan ook “land” betekenen. Het land is een gave van de Schepper, Die het uitdeelt aan wie Hij wil. De Vreugd: „Er is dus geen enkele twijfel mogelijk over de landbelofte.”

Het land heeft dan ook altijd centraal gestaan in Joodse bewustzijn, ook nadat het uit Israël was verdreven. In de liturgie was er het dagelijkse gebed om de terugkeer naar Sion en om de herbouw naar Jeruzalem. „Het land gaat in gedachten en gebeden met het Joodse volk mee.”

De Vreugd ging uitgebreid in op de visie van de 20e-eeuwse Joodse denker Abraham J. Heschel op de landbelofte. Heschel stelt dat het land voluit deel uitmaakt van de Joodse identiteit. De hoop op verlossing voor alle volken die het Jodendom heeft, hangt samen met aanwezigheid van het Joodse volk in het land Israël.

Ook in ballingschap blijft Israël trouw aan het land, aldus Heschel, die spreekt van „een verbond van het volk met het land.” De Joodse denker verwijst naar een dagelijks gebed dat God aanspreekt met: „Gezegend zijt Gij Die Jeruzalem bouwt.” God bouwt Jeruzalem, ook in de ballingschap, zo stelt Heschel. De herbouw van Jeruzalem begon toen het verwoest werd. Het wordt herbouwd door de gebeden van het Joodse volk. De terugkeer van Israël naar het land vloeit volgens Heschel dan ook voort uit het wezen van de landbelofte.

Bron: RD

Returning Home: