donderdag 24 februari 2011

Christenen (Messiasbelijdende Joden) zijn niet welkom in Israël


JERUZALEM - Dale Streisand, een neef van de Amerikaanse actrice Barbra Streisand, mag niet naar Israël emigreren. Immigratie van christenen wordt in Israël steeds moeilijker.

Dale Streisand diende onlangs een verzoek in om zich in Israël te vestigen. Dat zou zijn mislukt, omdat Dale een link op zijn Facebookpagina had staan naar 'een christelijke missionaire website'. Dale zegt echter een orthodoxe Jood te zijn die de Tora bestudeert.

Handelen het Joodse Agentschap en het ministerie hier illegaal? Dat ligt eraan. De Wet op terugkeer bepaalt wie zich wel en niet in Israël mag vestigen. De uit 1950 daterende wet stelt dat 'elke Jood het recht heeft zich in dit land te vestigen als een immigrant'. De Knesset nam in 1970 echter een amendement op de wet aan dat stelt dat 'voor de wet op terugkeer' een Jood een persoon is die uit een Joodse moeder is geboren of zich tot het Jodendom heeft bekeerd en 'geen lid is van een andere religie'.

Voor messiasbelijdende Joden is de laatste bepaling geen reden geweest om geen immigratieverzoek in te dienen. Ze stellen immers dat ze niet tot een andere godsdienst zijn overgegaan, maar Joden zijn die een andere interpretatie hebben van wie de Messias is.

Het Israëlische Hooggerechtshof dacht daar anders over. In 1989 oordeelde het hof dat Joden die geloven dat Jezus de Messias is, christenen zijn. Dat gebeurde nadat een Joods echtpaar uit Zuid-Afrika, Gary en Shirley Beresford, zich in Israël wilde vestigen. Rechter Menachem Elon vond dat messiasbelijdende Joden proberen 'de geschiedenis 2000 jaar terug te draaien'. Maar het Joodse volk heeft gedurende 2000 jaar geschiedenis besloten dat Messiaanse Joden niet tot de Joodse natie horen en geen recht hebben zichzelf op te dringen. 'Zij die in Jezus geloven zijn in feite christenen.' Het echtpaar Beresford verliet later Israël en schreef het boek Het Onbeloofde Land.

Halacha
Het amendement van 1970 bepaalt ook dat familieden van Joden het recht hebben zich in Israël te vestigen. Dus een kind van een Joodse vader, een kleinkind van een Joods persoon, wie met een Joods persoon getrouwd is, of wie getrouwd is met een een kind of kleinkind van een Joods persoon, mag de immigratieformulieren invullen.

Als deze familieleden geloven dat Jezus de Messias is, noemen ze zich ook vaak messiasbelijdende Joden. Ze zijn volgens de halacha (de Joodse traditie) weliswaar niet Joods, maar velen in de messiaanse beweging zijn van mening dat de lijn niet via de moeder, maar via de vader loopt. Daar zijn, zeggen ze, Bijbelse argumenten voor.

Het ministerie hield deze mensen soms tegen. Advocaat Michael Dekker wees er in 2008 op dat het ministerie de Beresfordzaak gebruikte tegen elke messiasbelijdende Jood, hoewel deze alleen mag worden gebruikt tegen Joden die halachisch Joods zijn. Wat het ministerie deed, was dus illegaal. Op 16 april 2008 bepaalde het Israëlische Hooggerechtshof dan ook dat het ministerie van Binnenlandse Zaken verplicht was het staatsburgerschap te geven aan twaalf leden van de Messiaans Joodse beweging, die nul op het rekest hadden gekregen op hun immigratieverzoek.

Minachting

Dekker schreef dat de Beresford-uitspraak niet relevant is voor messias­belijdenden bij wie de connectie met het Jodendom niet via de moeder loopt. 'Dat betekent dus dat vele messiasbelijdende Joden het recht hebben zich in overeenstemming met de wet in Israël te vestigen.'

Een jurist in Israël die zich bezighoudt met godsdienstvrijheid in zijn land, maar niet met zijn naam in de krant wil, zegt echter dat het ministerie doorgaat in strijd met de wet te handelen. In 2009 startte het Jeruzalem Instituut voor Recht een zaak tegen het ministerie wegens 'minachting van het Hooggerechtshof'. Het ministerie weigerde namelijk de beslissing van 2008 uit te voeren.

In 2009 nam het Joodse Agentschap in zijn onlinevragenformulier voor mensen die willen immigreren, de vraag op of ze geloven dat Jezus de Messias is. Als ze 'ja' invullen, krijgen ze als antwoord dat het erop lijkt dat ze niet vallen onder de Wet op terugkeer. Het bureau voor democratie, mensenrechten en arbeid van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken schreef in zijn rapport over godsdienstvrijheid: 'De uitsluiting van immigratie werd routinematig alleen tegen messiasbelijdende Joden toegepast, terwijl Joden die atheïsten waren of voor andere religies kozen, inclusief vele hindoestanen en boeddhisten, niet weggeselecteerd werden.'

Beleid

De jurist bevestigt dat het steeds moeilijker wordt voor christenen om zich in Israël te vestigen. 'Het Joodse Agentschap heeft een zeer duidelijk beleid om christenen en messiasbelijdende Joden te verhinderen te immigreren, zelfs als ze afstammen van Joden.' Volgens de jurist is het echter al lange tijd het geval dat immigratiediensten rondneuzen op sociale websites op zoek naar informatie over het geloof van de aanvragers. De vraag is, waarom het ministerie van Binnenlandse Zaken blijkbaar steeds strenger wordt in de toelatingscriteria. Binnen de messiaanse beweging in Israël wordt dit toegeschreven aan 'de paniek' die is ontstaan bij de immigratieautoriteiten.

Minstens een tot twee procent van de Joden wereldwijd zou namelijk geloven dat Jezus de Messias is.

Bron: Nederlands Dagblad

Wij schreven de volgende e-mail naar de Israëlische Ambassade:

"Dear Ambassador Kney-Tal,

Shalom Uvracha,

We Christian-Zionists of the Netherlands are very concerned and grieved about the news that the state of Israel and its government have serious restrictions regarding the aliyah of messianic Jews or Christians of Jewish offspring. Also we heard the serious harassments of certain messianic Jews in the land of Israel and that saddens us very much. We hope and pray that Israel will improve the entrance of these people in the land and will treat his fellow Jews in a better way. Most of them are ardent Zionists! with kind regards love and shalom,

Henoch Christian-Zionists Blog-site"