zaterdag 17 december 2011

Islamitische Jihad in Gaza op oefening

"Wie dood en verderf zaait, zal hetzelfde oogsten en er zelf door omkomen". Dat heb je ervan als je met vuurwerk speelt tegen Gods eigen volk en Land!

Altijd knap gemaakte karikaturen van de Israëlische cartoonist Ronny Gordon [bron: Arutz Sheva]. Deze keer drijft hij de spot met dat zooitje ongeregeld krapuul in de Gazastrook dat zich het ‘gewapend verzet tegen de Zionistische entiteit’ noemt.

In deze karikatuur tekent Gordon een training van de Palestijnse Islamitische Jihad. Zoals gewoonlijk loopt het helemaal in het honderd. Om van een Neanderthaler naar een Homo Sapiens Sapiens te evolueren, gaan normaal duizenden jaren van evolutie over. Die noodzakelijke evolutietijd hebben ze blijkbaar overgeslagen met alle gevolgen van dien.

Niet voor niks dat onlangs de vrijlating van één piepjonge Israëlische soldaat-korporaal werd betaald met meer dan 1.000 Palestijnse terroristen. Dat zegt alles over de waarde van die ene soldaat en hoe laag Israël de waarde van de gemiddelde Palestijnse terrorist inschat, wat bevestigd werd door de Palestijnen zelf die instemden met die ruil. Duizend rotte Palestijnse appels in ruil voor één Israëlische diamant, vonden ze zelf nog ‘een koopje’.

En wie zich afvraagt waarom die Islamitische Jihadisten altijd gemaskerd in beeld komen, kent het antwoord al: uit schaamte dat ze herkend zouden worden. Niét door de Israëlische veiligheidsdiensten of het IDF, maar door hun vrienden en kennissen. Ze zouden nogal een mal figuur slaan moesten die weten dat hun kennis militeert in het Gazaanse krapuul dat te lomp is om te helpen donderen.

Enkel als de nacht valt slagen ze er af en toe in om al hun moed bijeen te schrapen en gewapend met messen, waaraan ze maandenlang alle dagen van de week hebben zitten slijpen, durven ze het aan om Joodse vrouwen, kinderen en babies in hun slaap de kelen over te snijden. Ziekelijk…

Bron: Brabosh

Psalm 36

2 De zonde spreekt tot de goddeloze diep in zijn hart;
– geen vrees voor God staat hem voor ogen –
3 want zij vleit hem in zijn eigen ogen,
totdat men zijn ongerechtigheid ontdekt en haat.
4 De woorden van zijn mond zijn onheil en bedrog,
hij laat na verstandig en goed te handelen;
5 op zijn legerstede beraamt hij onheil,
hij stelt zich op een weg die niet goed is;
wat kwaad is, verwerpt hij niet.

13 Daar zijn de bedrijvers van ongerechtigheid gevallen;
zij zijn neergestoten en kunnen niet opstaan.