Gingrich and the “Invented People”
door Jonathan S. Tobin [bron: Commentary]
Newt Gingrich neemt heel wat hooi op zijn vork door te vertellen aan een Joods kabelkanaal dat de Palestijnen een ‘uitgevonden volk’ zijn. Die commentaren waren het onderwerp van een lang segment in een Republikeins presidentieel debat dat afgelopen nacht plaatsvond en zonder twijfel boze reacties zullen uitlokken, zowel aan de pro-Palestijnse linkerzijde als dat het de bezorgdheid van anderen zal inspireren, die zullen beweren dat de houding van Gingrich ‘on-presidentieel‘ is (zoals Mitt Romney en Rick Santorum lijken te impliceren) en de zaak van de vrede niet vooruit zullen helpen.
Dat laat ons achter met drie vragen: Had Gingrich gelijk? En als dat zo is, welke implicaties zou dit dan voor het beleid van de V.S. moeten hebben? En zelfs, als hij gelijk had, was het dan wel verstandig van hem om het te zeggen?
Het antwoord op de eerste vraag is eenvoudig. Ja, natuurlijk, heeft hij gelijk.
Er bestond geen Palestijnse Arabische staat of politieke entiteit onder het Ottomaanse Imperium of om het even welke vorige heerser van dit gebied. Inderdaad, voorafgaand aan de 20ste eeuw, is er namelijk geen bewijsmateriaal of dat daar ooit een bewustzijn onder de inwoners heeft geleefd om een afzonderlijke politieke identiteit te hebben die verschilde van de rest van de Arabieren in het gebied.
Toen de Joden een eeuw geleden in grote aantallen naar het land van oorsprong begonnen terug te keren, ontmoetten zij Arabieren en Ottomanen en geen Palestijnen. Inderdaad zou het kunnen dat diegenen die zich thans Palestijnen noemen, de nakomelingen zijn van Arabische immigranten in het land afkomstig uit de omringende landen die op zoek naar werk dat beschikbaar werd nadat de Joden het land begonnen het land herop te bouwen. Dit werd onderstreept in het controversiële boek van Joan Peters, From Time Immemorial [Uit onheugelijke tijden], wiens wetenschappelijkheid ronduit werd gekritiseerd toen het door liberalen werd gepubliceerd die niet van haar conclusies hielden. Het feit blijft dat de Arabische immigratie in Palestina plaats heeft gevonden.
Het is tegelijk ook een denkfout te beweren dat, zoals sommigen dat doen, dat het Zionisme een moderne uitvinding zou zijn, net zoals de Palestijnse identiteit dat is.
Het enige volk dat zichzelf ‘Palestijnen’ heette, voorafgaand aan de stichting van de staat Israël, de Joden waren die de eerste en tot aan die tijd de enige groep was die het land in ontvangst namen als zijnde het thuisland van een apart volk of een nationale identiteit. Dat was geen toeval sinds het land dat thans Israël heet of Palestina slechts voor één enkel volk geheiligde grond was. Eeuwenlang was het een Arabisch binnenwater, maar voor de Joden is het tweeduizend jaar lang het voorwerp van gebeden geweest die nooit de hoop hebben opgegeven op de restauratie van hun soevereiniteit maar ook, zoals maar zelden wordt vermeld, nooit volledig het grondgebied hebben verlaten. Het Zionisme was slechts een nieuwe naam voor een oud maar niettemin nog levend geloof van mensen over hun geboorteland en hun lot.
In tegenstelling tot het Palestijnse nationalisme, dat zoals Gingrich terecht zegt, een uitvinding is van de 20ste eeuw. Het ontstond en bloeide zuiver als reactie op het Zionisme, een factor die de zoektocht naar vrede fataal heeft gecompliceerd sinds de Palestijnse eigenheid meer op de wens steunt om de Joodse staat te laten uitdoven en de Joodse aanwezigheid te delegitimeren dan dat het een recreatie is van een Arabische politieke cultuur is die voor deze plaats specifiek is.
Zelfs 50 jaar geleden, was er maar weinig te merken van een afzonderlijke Palestijnse politieke identiteit. Tussen 1949 tot 1967 bestuurde Jordanië immers de West Bank en de helft van Jeruzalem en Egypte controleerde de Gazastrook. Tijdens die 19 jaar bestond er internationaal geen aandrang om een Palestijnse staat op te richten in die bewuste gebieden. Dat zou pas gebeuren wanneer tijdens de Zesdaagse Oorlog van juni 1967 Israël de controle over die gebieden in handen nam en het ontbreken van een Palestijnse staat vanaf dan onverdraaglijk werd geacht.
Dit gezegd zijnde, moet men toegeven dat ook al hebben de Palestijnen zichzelf pas in de laatste honderd jaar uitgevonden, het onzinnig is te ontkennen dat zij thans bestaan. Miljoenen beschouwen zich als deel uit te maken van een onderscheiden Palestijns Volk met een gemeenschappelijke geschiedenis en lotsbestemming. De Verenigde Staten en Israël begrijpen allebei dat hun wens voor zelfbestuur in zoverre moet worden aangepast zolang zij hiermede de rechten en de veiligheid van Israël niet in gedrang brengt. Een tweestatenoplossing die zou toestaan dat er een Palestijnse naast de Israëlische staat zou bestaan, wordt thans door de meest Israëliërs als een aanvaardbaar idee geacht, zelfs indien dit pijnlijke territoriale compromissen zou impliceren.
Het knelpunt ligt hierin dat de Palestijnen onbekwaam lijken om het idee te accepteren van de legitimiteit van een Joodse staat, ongeacht waar zijn grenzen zouden getrokken worden. En dat is het punt waar hun ‘uitgevonden’ geschiedenis naar binnen sluipt. Sinds de Palestijnen slechts op het wereldtoneel zijn verschenen als resultaat van hun afkeer voor het begrip van Joodse soevereiniteit over om het even welk deel van het grondgebied, is het moeilijk zo niet voor hen onmogelijk om te denken in termen van vrede als dat de permanente aanwezigheid van Israël zou impliceren.
De rol van de Verenigde Staten in deze knoeiboel is niet zozeer om op de mythen omtrent de Palestijnse geschiedenis te wijzen, ondanks de koppigheid eigen aan mythen, om indruk te maken op de Arabieren en hun aanhangers dat zij moeten afzien van hun verwerping van het Zionisme.
Om een oordeel te vellen over Gingrich om wat hij verklaarde, moet gezegd worden dat het verfrissend was om een dergelijke belangrijke Amerikaanse politieke figuur te horen spreken over de waarheid over de geschiedenis van de Palestijnen en dat de mythen die zij hebben gecreëerd, slechts één doel voor ogen hebben namelijk de vernietiging van Israël. Dit doende zal geen voedsel geven aan het anti-Amerikaanse terrorisme net zomin dat het de Palestijnen uit hun droom zullen helpen die zij zo lang hebben gekoesterd, met name dat de Verenigde Staten vroeg of laat Israël in de steek zullen laten.
Hoe dan ook moet men er ook op wijzen dat indien hij tot president wordt verkozen, Gingrich met de Palestijnen en de Arabische wereld zal moeten omgaan. Zijnde aan het voortouw over de nauwe banden van Amerika en Israël en dat er een einde zal komen aan de praktijken van Obama in het [stiefmoederlijk] behandelen van de Joodse staat en diegenen die de vernietiging ervan wensen als zijnde een moreel equivalent, dat zou een goede zaak zijn. Maar het valt nog te bezien of Gingrich wel de capaciteit in zih heeft om meer te zijn dan een keurige student geschiedenis van het Midden-Oosten. De waarheid gebied te zeggen dat hij als president meer voorzichtiger zal moeten worden met het afleggen van verklaringen en nog eerlijker om enigszins sceptisch te blijven omtrent zijn capaciteit om dit te doen.
Bron: Brabosh.com
Toen de Joden van Israël nog gewoon ‘Palestijnen’ heetten, lang vóóraleer de staat Israël werd opgericht. Het in de jaren 1920 erg populaire liedje ‘Lena from Palesteena‘ werd geschreven door de Amerikaans Joodse componisten Con Conrad en J. Russel Robinson en voor het eerst in 1920 op tekst gezet door Eddie Cantor. De muziek werd erg beïnvloed door de Joodse klezmer muziek. Zie ook deze video ‘Eddie Cantor in Israel‘ in 1950, een tijdsdocument afkomstig uit de collectie van het Steven Spielberg Jewish Film Archive.
De Joodse krant: The ´Palestine´ Post