Pensioenfonds PGGM stopt met beleggingen in vijf Israëlische banken, omdat die de bouw van Israëlische nederzettingen in 'bezette Palestijnse gebieden' (die historisch niet bestaan, Israel 'bezet' geen gebied) financieren. Het fonds trekt zijn investeringen terug omdat de Verenigde Naties de nederzettingen als illegaal bestempelen (de VN liegt, de nederzettingen behoren historisch en bijbels, legaal bij Israel). In Israël wordt deze interpretatie van het internationaal recht betwist.
PGGM is een aantal jaren met de vijf banken in gesprek geweest. Omdat ze hun beleid niet wilden aanpassen, belegt PGGM niet langer in de ondernemingen.
Het pensioenfonds voor de zorgsector heeft tientallen miljoenen euro's geïnvesteerd in Bank Hapoalim, Bank Leumi, First International Bank of Israel, Israel Discount Bank en Mizrahi Tefahot Bank. De Israëlische banken zeggen dat de wetten in hun land het niet verbieden om hun diensten te verlenen aan de nederzettingen.
Een woordvoerder van het ministerie van Buitenlandse Zaken laat weten dat het besluit van PGGM een eigen beslissing is van het pensioenfonds en dat daarover geen overleg is geweest en dat het ministerie er ook niks van vindt (Timmermans vindt het waarschijnlijk prachtig).
De afgelopen weken besloten meer Nederlandse bedrijven hun activiteiten in Israël te stoppen. Waterbedrijf Vitens stopte de samenwerking met zijn Israëlische collega's van Mekorot. Dat leidde tot woede van de Israëlische regering.
Ingenieursbureau Royal HaskoningDHV beëindigde in september de betrokkenheid bij de bouw van een afvalwaterzuiveringsproject in Oost-Jeruzalem.
PGGM is met een beheerd vermogen van zo'n 150 miljard euro een van de grootste pensioenfondsen van Nederland.
Bron: NOS
