maandag 16 mei 2011

Achtergronden bij de ‘Naqba’ incidenten aan Israëls grenzen


De incidenten die gisteren plaatsvonden aan de grenzen van Israel werden ook door de Nederlandse media uitgebreid verslagen. Daarbij was het gebruikelijke patroon waarneembaar van de onzorgvuldigheid, onvolledigheid en vooringenomenheid tegen Israel.

De algemene trend in de berichtgeving was dat Israel ongewapende betogers neerschoot. De zogenaamde ‘Naqba’ werd meestal omschreven als de gedwongen vlucht of verdrijving (door Israel) van Palestijnse Arabieren voor en tijdens de onafhankelijkheidsoorlog in 1948. Zoals zo vaak valt er echter een ander verhaal te vertellen over de incidenten en de Naqba. Voorafgaand aan de Naqba herdenking waren de staten om Israel heen gewaarschuwd voor het toelaten van grensprovocaties. Zowel Jordanië en Egypte gaven gehoor aan de Israëlische oproep en voorkwamen infiltraties aan de grens met Israel.

Magdal Shams
De gebeurtenissen bij Magdal Shams op de Golan hoogvlakte verdienen speciale aandacht. Ten eerste staat het vast dat zonder toestemming van de Syrische autoriteiten het niet mogelijk is dat betogers de grens daar bereiken. De rol van de VN in dit incident is bijna nergens gerapporteerd. De VN heeft in het gebied waar de infiltraties plaatsvonden troepen die de grens rustig zouden hebben moeten houden. UNDOF is de enige militaire macht die zich in bufferzone tussen Syrië en Israel mag ophouden. Het mandaat van UNDOF schrijft uitdrukkelijk interventie voor bij infiltraties door een van de twee partijen. Ten derde is uit video beelden komen vast te staan dat het Israëlische leger met uiterste terughoudendheid heeft gereageerd op de infiltratie van minimaal honderd Syriërs. De IDF is namelijk afwezig in de tien minuten die de video duurt en waarin te zien is hoe een grote menigte de grenshekken doorbreekt en voet zet op Israëlisch grondgebied. Een van de Syrische indringers werd zelfs op weg naar Jeruzalem aangehouden.

Libanon
De doden vielen voornamelijk bij een incident nabij het Libanese dorp Maroun a-Ras. Daar waren zowel aan de Israëlische kant als aan de Libanese kant eenheden van het leger aanwezig. De conclusie in de Nederlandse media dat de IDF op die betogers schoot lijkt zeer voorbarig. Brig. Generaal Yoav Mordechai vertelde gisteren op de Israëlische televisie dat het Libanese leger de controle verloor over de massa demonstranten toen men wilde voorkomen dat deze de grens zou bereiken. Daarop zou de LAF het vuur hebben geopend op de demonstranten. Vorig jaar bleek al dat de LAF schietgraag is tijdens incidenten aan de grens met Israel. Op beelden die de IDF maakte is goed te zien hoe het Libanese leger in de problemen komt aan de grens.

De Libanese nieuwssite Now Lebanon zag net als vele Israëlische commentatoren een verborgen bedoeling in de incidenten aan de noordgrens; namelijk een Iraans Syrische poging om de aandacht af te leiden van de interne spanningen in Syrië en Libanon. De conclusie van de Libanese nieuwssite lijkt logisch gezien het feit dat het Syrische leger de betogers geen strobreed in de weg legde en gezien de rol van Hizbollah in Zuid Libanon. Hizbollah personeel werd gisteren aan de grens met Libanon gezien tijdens de betogingen.

Ommissies in de media
Ook opvallend in de berichtgeving van de Nederlandse media was het ontbreken van een ander ernstig incident dat gisteren in verband met de Naqba herdenking plaatsvond in Tel Aviv (nota bene de thuisbasis van het korps Nederlandse verslaggevers). Een Arabische vrachtwagen chauffeur reed in op andere auto’s en voetgangers en viel nadat hij tegen een bus aan was gereden, voetgangers aan. Getuigen vertelden voor de camera dat het duidelijk om een terroristische aanslag ging. Ook werd een incident in Cairo waarbij het Egyptische leger met scherp schoot op betogers bij de Israëlische ambassade genegeerd. Hierbij werden 353 Egyptische demonstranten gewond.

Een ander niet onbelangrijk feit dat nergens werd gerapporteerd was dat Hamas premier Ishmael Haniyeh gisteren tijdens een Naqba betoging in Gaza zei dat er een einde moet komen aan het Zionistische project in Palestina. Het liet eens te meer zien dat Hamas uit is op de vernietiging van Israel. De incidenten aan de grenzen met Israel stonden ook in het teken daarvan.

Geschiedvervalsing
De Naqba levert ieder jaar weer nieuwe mythes op. Daarbij wordt openlijk aan geschiedvervalsing gedaan. De meest belangrijke daarvan is dat Israel etnische zuivering zou hebben uitgevoerd in 1948. Wij beperken ons hier tot uitlatingen van Arabische leiders over wat er gebeurde met de Palestijnse Arabieren voor en tijdens de Onafhankelijkheidsoorlog in 1948.

Onder deze leiders is Mahmoud Abbas die in 2009 toegaf dat Arabische leiders verantwoordelijk waren voor de vlucht van de Arabieren uit Palestina.

De premier van Syrie, Khaled al-Azm erkende na de oorlog in 1948 de Arabische verantwoordelijkheid voor het vluchtelingenprobleem. Hij zei: “Sinds 1948 zijn wij het geweest die er voor zorgden dat zij het land verlieten. Wij hebben een ramp over de vluchtelingen gebracht door hen uit te nodigen en hen te pressen om weg te gaan… wij hebben ervoor gezorgd dat zij niets meer hebben”. (memoires al-Azm)

In 2008 schreef Mahmoed al-Habbash in de officiële PA krant al-Hayat al-Jadida ongeveer het zelfde. Hij schreef dat in 1948 de Palestijnse Arabieren hun huizen vrijwillig verlieten op instructie van hun eigen Arabische leiders en met de valse belofte van een spoedige terugkeer (Al Hayat al-Jadida 13 december 2008).

De vluchtelingenkwestie wordt wereldwijd gebruikt in de cognitieve oorlog tegen Israel. Bewust kozen de Arabieren het woord “Naqba” ( ramp) om een mythe te creëren rond de oorzaken van de vluchtelingenstroom voor en tijdens de onafhankelijkheidsoorlog in 1948. De Joden hadden immers de Shoah, hetgeen ook ‘ramp’ betekent.

De Naqba wordt in een adem genoemd met het zogenaamde ‘recht op terugkeer’. Dit wordt voorgesteld als een internationaal erkend, bijna heilig recht. Een nadere bestudering van het internationaal recht brengt echter aan het licht dat er geen sprake is van een ‘recht op terugkeer’ zoals dat de Arabieren voorstaat. De VN resoluties over dit onderwerp spreken van een juiste oplossing van het vluchtelingen probleem en niet van een recht op terugkeer. De terugkeer van de vluchtelingen werd slechts genoemd in de VN resolutie (algemene vergadering) 194 uit december1948. De tekst spreekt van terugkeer op de eerst mogelijk uitvoerbare datum en koppelt dat aan de voorwaarde dat zij in vrede met de Joodse buren zouden moeten leven. De Arabieren zijn echter openlijk in hun voornemen om via de terugkeer van de vluchtelingen en hun miljoenen nazaten een einde te maken aan de staat Israel. Direct daarna draagt de resolutie op om de repatriatie rehabilitatie en herhuisvesting van de vluchtelingen te faciliteren.

Het ‘recht op terugkeer’ kent ook geen internationaal precedent. Integendeel, in de meeste gevallen keren vluchtelingen niet terug naar het land van herkomst. In een aantal gevallen was sprake van overeengekomen transfer van bevolkingsgroepen in conflictgebieden. Voorbeelden hiervan zijn de vredesovereenkomsten tussen Griekenland en Bulgarije in 1919 en tussen Griekenland en Turkije in 1923. De creatie van India en Pakistan als onafhankelijke staten ging eveneens gepaard met transfer van aanzienlijke delen van de bevolking. Juist in maart 2010 besloot het Europese hof voor de mensenrechten dat de Griekse Cyprioten die hadden geleefd in Noord Cyprus tot aan de Turkse bezetting en daardoor vluchtten, geen aanspraken meer konden maken op terugkeer naar hun huizen.

Bron: Israelity, Missing Peace